Anita van Rootselaar

Zwarte Piet: even normaal doen

Nov
21

zwarte-piet-18214
Piet – mag ik nog ‘zwarte’ zeggen? – doorklieft ons land, verdeelt mensen volgens een nieuwe scheidslijn. Naast arm/rijk, slim/dom, Nederlander/allochtoon (correctie: mensen met een migratieachtergrond) en voor/tegen Wilders hebben we nu een binaire verdeling erbij: voor/tegen Zwarte Piet. We kunnen de heftige emoties die de mogelijke afschaffing van een (weliswaar relatieve korte, maar goed) traditie teweeg brengt ridiculiseren of bagatelliseren, maar feit blijft: mensen gaan de straat op voor Piet. […] Zoals een goede premier betaamt maande Rutte kort voor de Sinterklaasintocht mensen tot rust. Een premier hoort immers te verbinden, samen te brengen. Zelfs Trump heeft dat in de gaten: ondanks zijn eerdere conflictretoriek en ongeacht zijn vooralsnog nog slechts deels bekende plannen sprak hij tijdens zijn acceptance speech verzoenende woorden.

Lees verder op Asterixx, het nieuwe digitale medium dat je raakt. Scherp op inhoud en eigenzinnig in vorm!

To eat and be eaten

Aug
21

11145094_1021699961208407_6116620550009045151_o

Column voor de metro d.d. 21-08-2015. Online via metronieuws.

Groot en groen zit hij in mijn appartement: de sprinkhaan. Mijn kat merkt hem sneller op dan ik en luttele seconden later verdwijnt het arme beest in de kattenbek, om vervolgens weer uitgespuugd te worden. Sadisten, die katten, in hun gespeel met de prooi (al denk ik niet dat de kat per se kwaadwillende intenties toegedicht kan worden, dus sadisme is wellicht het verkeerde woord).

In kroeggesprekken over vlees eten en vegetarisme roep ik altijd stoer dat vlees eten helemaal niet principieel slecht is – eat and be eaten, that’s nature. Maar zo stoer ben ik nu niet. Ik heb medelijden met de sprinkhaan. Misschien omdat je zo’n sprinkhaan niet zo vaak tegenkomt op 3-hoog in de binnenstad. Na vijf mislukte pogingen – verdomde snel, zo’n kat gevuld met jacht-adrenaline – lukt het me eindelijk om een kopje over de sprinkhaan te plaatsen zodat deze tijdelijk is veilig gesteld. Naast het kopje ligt een felgroen sprinkhaanpootje. Shit. Groeien die weer aan? Ik schuif er een kartonnetje onder en loop met het beest naar de galerij. Als ik hem daar bevrijd bestudeer ik eerst de schade. Hij heeft een even aantal pootjes, wat betekent dat hij er dus minimaal twee kwijt is. Niet zomaar twee pootjes zie ik. Zijn spríngpoten. Verdorie, en sprinkhaan zonder springpoten. Dat is een beetje als een hardloper zonder benen.

Misschien kan ik hem beter uit zijn lijden verlossen. Gewoon, een schoen pakken en bam. Dood. Die kroeggesprekken, waar ik het net over had, daar roep ik ook altijd om het hardst dat als je vlees eet, je ook bereid en in staat zou moeten zijn om de dieren die je eet zelf te doden. Je ogen sluiten voor de daad van doden die noodzakelijkerwijs is vooraf gegaan aan de productie van het speklapje waar je nu op kauwt, dat is gemakkelijk en hypocriet. Ik kijk naar de sprinkhaan maar ik doe het niet. Ken ik mezelf zo slecht? Het probleem is echter niet zozeer de moord zelf (althans, dat hoop ik dan in het kader van mijn eigen morele coherentie). Het probleem is: misschien, heel misschien, overleeft ie het wel. Een vriend van me zei eens “jij schaakt nog door met één koning”. Een kans, hoe klein ook, laten liggen, dat kan ik niet. En dan zou ik nu die arme sprinkhaan van zijn kans op leven beroven? Ik noem het optimisme, sommigen in mijn omgeving noemen het naïef.

De volgende dag vond ik de sprinkhaan weer in mijn woonkamer. Vlak voor hij opnieuw in de bek van mijn kat verdween keek hij me spottend aan alsof hij zeggen wilde: “god, mens, wat ben jíj naïef”.

Religie, democratie & vrijheid

Aug
16

Bron: The Fresno Bee


Column, geschreven voor slotwoord Het Grote Religiedebat D-café P96 Amsterdam d.d. 20/10/2011

Religie is de laatste jaren veel in de aandacht. Weigerambtenaren. Rituele slacht. Moslimvrouwen die niet met mannen willen sporten. Boerka’s. Wat vinden wij daarvan? Onzin toch, om dat soort dingen te willen enkel op basis van een ‘2000 jaar oud boekje’? Maar is dat zo? Wie heeft de waarheid in pacht?

Wat we ook geloven, we zijn uiteraard overtuigd van ons eigen gelijk. Als we niet dachten dat we gelijk hadden, dan hadden we wel iets anders geloofd. De atheïst is even ‘heilig’ (pun intended) overtuigd van zijn atheïsme als de christen, moslim of jood van zijn of haar geloof. Maar overtuigd zijn van je eigen gelijk en gelijk hebben zijn twee verschillende dingen. En wie kan bepalen welke levensovertuiging de meest juiste is?

Niemand. Niemand heeft het monopolie op de kennis, en dat is maar goed ook. Want zodra een land geregeerd wordt door mensen die menen dat één enkele levensovertuiging de juiste is, begint de onderdrukking van andere overtuigingen. Juist omdát niemand onomstotelijk gelijk heeft, heeft elke levensovertuiging een plek in onze samenleving. Er mag niet één overtuiging zijn die alles bepaalt. Die insteek is ook gewaarborgd in onze wet: iedereen is vrij zijn of haar eigen levensovertuiging te hebben en belijden (artikel 6 GW), en iedereen, christen, moslim, atheïst, homoseksueel, heteroseksueel, arm, rijk dom, slim is gelijk voor de wet. Een van de kernpunten van de moderne liberale democratie.

De vrijheid van levensovertuiging is dus als een van de pijlers van de liberale democratie een waardevol goed. Toch is die vrijheid niet onbegrensd (gelukkig maar!): ik mag op basis van mijn levensovertuiging bijvoorbeeld niet zomaar mensen neerschieten. De angel in bijna alle actuele religiekwesties zit hem in de vraag waar die grens dan gelegd moet worden. Het uitgangspunt daarbij: vrijheid is een groot goed, en mag dus alleen ingeperkt worden op basis van zwaarwegende redenen.

In het debat over rituele slacht was een veelgehoord argument dat deze methode van slachten ‘achterhaald’ was; dat de Koran of Torah in het licht va nieuwe kennis anders geïnterpreteerd zou moeten worden en dat het, binnen de religieuze kaders, juist beter zou passen om verdoofd te slachten. Dat soort argumenten zijn een briljante manier om heerlijk langs elkaar heen te blijven praten. Want een moslim of jood vindt de betreffende methode van slachten dus níet achterhaald, en verdoofd slachten juist niet binnen zijn of haar religie passen. Of iets achterhaald is is nogal subjectief, en als atheïst een exegese van de Torah of Koran proberen te doen om de jood of molsim van zijn ongelijk te overtuigen lijkt mij allereerst nogal zinloos, en ten tweede nogal arrogant. Wij kunnen immers niet voor een jood, moslim of christen gaan bepalen wat voor hen de juist manier is om hun geloof ten belijden, al was het alleen al omdat wij naar deze religies kijken door een atheïstische bril. Thomas Kuhn (filosoof) noemde dit in de wetenschapsfilosofie de ‘incommensurabiliteit’ van theorieën: wanneer wetenschappers een totaal ander wereldbeeld hebben, een ander frame of reference, dan praten ze als het ware in een andere taal. Probeer je een gesprek voor te stellen tussen Galileo en Einstein. Hun uitgangspunten zijn zo verschillend dat ze langs elkaar heen zouden praten.

Zo is het ook met wereldbeelden als atheïsme, jodendom, christendom, etcetera. In een discussie over of iets – bijvoorbeeld ritueel slachten – nu wel of niet mag, is het daarom zinloos om elkaar te bestoken met argumenten, gebaseerd op de eigen levensvisie, die vertellen waarom rituele slacht nu wel of niet fout is. Waar we naar op zoek moeten in een dergelijk debat is de gemene deler, namelijk: onze grondvesten. Onze fundamentele morele waarden. Wij vinden het fundamenteel fout om zomaar iemand neer te schieten. Dus dat mag hier niet. Is dan bij bijvoorbeeld rituele slacht de redenering dat wij het fundamenteel fout vinden om dieren te laten lijden voor onze consumptie, en dat dat daarom dus niet mag? Als dat de redenering is, dan is het een grove leugen. Iedereen – vegetariërs, veganisten en biologisch-vleeseters uitgezonderd – koopt vlees van dieren die hebben geleden voor onze consumptie.

En hoe zit het dan met bijvoorbeeld de boerka? Ik hoor mensen zeggen dat de boerka verboden moet worden, omdat het onprettig is om iemands gezicht niet te kunnen zien. Welja. Ik vind het ook onprettig om mannen-met-bierbuik in een te kort t-shirt te zien, en om Wilders elke dag op tv te horen. Gaan we dat dan ook maar verbieden? Vrijheid van godsdienst kan niet zomaar ingeperkt worden op basis van een voorkeur. Dat kan alleen op basis van morele fundamentele waarden1. Daar beroepen sommigen in de kwestie boerka dan ook op: “maar het hoort niet bij onze normen en waarden”. Daar gaan we weer: welke normen en waarden dan? Is gezichtsbedekkende kleding zoals een zonnebril, petje, muts of sjaal-over-de-mond hier ook verboden? Nee. Dus een verbod is simpelweg niet legitiem.

Kortom: onze persoonlijke voorkeur – ook al is dat de voorkeur van de meerderheid – is niet voldoende om iets te verbieden. Om iets te verbieden moet de betreffende handeling schadelijk zijn voor onze fundamentele rechten en vrijheden.

[1] Fundamenteel betekent hier niet ‘universeel’ of ‘objectief waar’. Onze fundamentele morele waarden zijn subjectief, het zijn waarden waarvan wij, als samenleving,besloten hebben dat deze waarden fundamenteel zijn voor ons.

Hypocriete symboolpolitiek?

Dec
19

De weerstand tegen het wetsvoorstel van de Partij voor de Dieren aangaande de rituele slacht komt bij de politieke partijen niet alleen uit de Joodse en islamitische achterban volgens Anita van Rootselaar, een niet-Joodse tegenstander. Naarmate de discussie oplaaide begon het binnen verschillende partijen langzaam te rommelen. De achterban roerde zich en bleek verdeeld. Dat resulteerde al in een stemming op de ledenvergadering van de PvdA en D66, beiden met als uitkomst: ritueel slachten moet toegestaan blijven.

Link naar artikel. Nieuw Israëlitisch Weekblad, 23 juni 2011.

Opinie-artikel naar aanleiding van de discussie omtrent onverdoofde rituele slacht voor het NIW.